ANTIQUE OLD BOOKS FOR SALE FOR MUSEUM OF THE NETHERLANDS

JAVA, Geographisch, Ethnologisch, Historisch #3 Tweede Druk jaar 1896 (Prof. P.J. Veth)

De bewerkers wenschen zich kortelijk te verantwoorden omtrent de spellihg der namen.           Zij keerden van Banten, Djakarta, Gresik, Tjirebon, enz.                 — het laatste screef de prospectus – terug ton Bantam, Jakartra, Grissee en Tjeribon, dus tot de historische schrijfwijze, met deze uitzondering, dat het onhollandsche Cheribon verbannen bleef en dat een wijziging werd aangenomen, wanner een enkele, door slordigheid verkeerd geschreven letter kon verdwijnen ; zoo Besoeki voor Bezoeki.           De poging tot vervanging der historische schrijfwijze in den thans gebruikelijken vorm door een geheel consequente, zou tot vervanging van Preanger door Priangan, van Indramajoe door Dermajoe moeten leiden.

In het plaatsenvan accentn is deze druk den eersten gelijk gebleven ; de schrijver plaatste ze alleen, wanneer hij vreesde, dat door ze weg te laten de uitspraak van een naam al te zeer van de ware zou afwijken.

De historische kaart der vorige uitgave is door een drietal vervangen.

Het zij den bewerkers verder vergund een dringende wensch uit te spreken.    Bij de herziening van het geographisch gedeelte van het boek zal blijken, hoe uiterst gering het aantal goede en nieuwe beschvingen der meeste streken van det eiland is.

Met een kleine uitzondering bepalen ze zich tot eenige bergbeschrijvingan.       Voor het eiland Madoera ontbreekt een nieuwere beschjiving zelfs geheel.          In plaats van toe te nemen, neemt het aantal aardrijkskundige beschrijvingen der onderdeelen van Java af.                             Men is ongetwijfeld van meening dat Java te bekend is om er over te schrijven ; niets is minder juist dan dit.                        Ieder goe waarnemer kan hier hoogst gewichtig werk doen, hetzij hij een bepaald geographisch landschap beschrijft, of van een staatkundige eenheid de natuurlijke onderdeelen ; onze kennis van het uiterlijk van het land, de wijzigingen in begroeiing en bebouwing, het verband tusschen den bodem en de middelen van bestaan der bevolking, is voor vele streken geheel onvoldoende.                            De onmisbare commentaar bij en aanvulling van de in zoovele opzichten voortreffelijke maar gedeeltelijk reed verouderde residentie-kaarten ontbroekt nagenoeg geheel.

De schrijver van dit boek heeft een zijner liefste weschen vervuld gezien, doordat nog bij zijn leven met den nieuwen druk een begin is gemaakt.    Hij heeft de eerste vellen gelezen en er zijn goodkeuring aan gehecht.  Dat zjin sprekend gelijkende beeltenis in zoo fraaie uitvoering kon worden opgenomen, is te danken aan den schilder Jan Veth, die zich de moeite getroost heeft toezicht te houden of de vervaardiging dezer reproductie van het olieverf-portret, door hem kort voor het overlijden zijns ooms vervaaardigd. (Joh. F.S. en J. F. N.)

(Door IBRAHIM,  Maandag 8 Mei 2017 naar Tjibinong, Bogor Buitenzorg, Westen Java)

Leave a comment